Vleermuizen vinden steeds minder makkelijk een schuilplek. Hierdoor wordt dit bijzondere zoogdier kwetsbaar. Ook in Steenwijkerland. Daarom zijn er nu speciale vleermuizenkasten verkrijgbaar bij het Infopunt Duurzaam Doen. Die voldoen aan alle woningeisen voor de vleermuis. Hoe het precies zit, vroegen we aan Johann Prescher. Hij is adviseur ecologie bij de gemeente Steenwijkerland.
Dé vleermuis bestaat niet
‘Er zijn achttien soorten die in Nederland leven. Daar zijn een heel aantal van dat in gebouwen woont. De soorten die het meest in spouwmuren zitten, zijn de gewone dwergvleermuis, de laatvlieger en de meervleermuis. Dit zijn ook de soorten die het meest binnen Steenwijkerland voorkomen. Met de laatvlieger en meervleermuis gaat het niet goed. Die soorten staan landelijk onder druk en dat heeft ook een enorm effect op de Europese populatie.’
Bedreiging
‘Isolatie is de bedreiging met de meeste prioriteit. Maar ook de achteruitgang van leefgebieden, het voedselaanbod en versnippering van leefgebieden zijn bedreigingen.’
Verhuizen
‘Vleermuizen hebben een netwerk van verblijfplaatsen en ze verhuizen dus regelmatig. Ze kruipen het liefst weg in gaten en kieren. Onder andere in spouwmuren en slecht geïsoleerde woningen, want op de warmte die vrijkomt uit deze gebouwen doen ze het goed. Maar door het steeds beter isoleren van woningen verdwijnen hun verblijfplaatsen. Gebouw bewonende vleermuissoorten lijden onder vormen van spouwmuurisolatie. Zij krijgen één keer per jaar één jong met elkaar in een kraamkolonie. Als je zo’n spouwmuur volspuit met isolatiemateriaal, dan sterft die soort voor een hele wijk/regio uit wanneer ze geen andere verblijfplaatsen meer hebben of sterven bij de ingreep.’
Koester de vleermuis
‘In Ossenzijl, Kalenberg, Oldemarkt, Steenwijk, Giethoorn en Wanneperveen zitten kolonies met meervleermuizen. Er zijn binnen de gemeente ook kernen met laatvliegers. Je wilt dat bestaande verblijfplaatsen geschikt blijven. Met isolatie zoeken we naar andere oplossingen. Zodat je kunt isoleren én de vleermuis kunt huisvesten. Daarom zijn de richtlijnen van natuurvriendelijk isoleren zo belangrijk.’
Vleermuizenkast
‘Met een vleermuizenkast bied je de vleermuis onderdak. Deze kasten zijn geschikt voor de gewone dwergvleermuis. Hang ze op aan je woning of in een boom op minimaal drie meter hoog. Je kunt ze op meerdere windrichtingen plaatsen. Maar niet vol in het zuiden, want dat wordt te warm en dan verlaten ze de kast. Ook wil je de uitvliegroute vrijhouden. Dus haal er bijvoorbeeld takken voor weg. Maak de kasten schoon in de koude wintermaanden als ze niet bewoond zijn. Het ophangen van een kast is overigens geen garantie voor succes. Ze hebben immers een netwerk van verblijfplaatsen. Dus hang bijvoorbeeld met buurtbewoners meerdere kasten op in de wijk.’
Bewoond
‘Met een vleermuizenkast bied je de dieren een plek waar ze veilig zijn, waar ze kunnen rusten en wonen. Van onderaf kun je zien of er een vleermuis in zit. Af en toe kun je met een zaklamp even kijken. Niet verstoren, die rust moet je ze gunnen. Maar je kunt best kijken of er wat in zit.’
Meldpunt
‘Heb je een vleermuis gezien, gevonden of heb je overlast? Meld het via www.vleermuis.net en zoek een specialist in de regio op. Deze specialist helpt jou én de vleermuis.’
Bij het Infopunt Duurzaam Doen aan de Kerkstraat 4 in Steenwijk zijn vleermuizenkasten verkrijgbaar. Handgemaakt van duurzame materialen door Pand 17 in Vollenhove.
Foto: Gewone dwergvleermuizen – Johann Prescher